De afgelopen jaren zijn veel organisaties afhankelijker geworden van enorme ‘suites’ van klassieke platform vendors. Een combinatie van grote CMS-systemen of DXP’s, omvangrijke commercepakketten en uitgebreide marketingpakketten zijn meer regel dan uitzondering. Daarin zit dan wel zo goed als alles geïntegreerd, maar het is ook duur. We zien organisaties soms licentiekosten betalen voor software suites waarvan amper 20% van de functionaliteit wordt gebruikt.
En upgrades worden alleen maar lastiger, vooral naarmate je er meer gebruik van maakt. Al die maatwerkextensies, complexe en statische integraties of andere afhankelijkheden vormen samen een flinke klus als je die moet upgraden.
‘Does it feel like you are upgrading your systems all the time?’ is hier misschien wel één van de belangrijkste vragen.
In plaats van te vertrouwen op één software suite, één monolithische oplossing om daarmee alles te doen, biedt de composable aanpak de mogelijkheid om elk onderdeel onafhankelijk van elkaar aan- en af te koppelen, op te schalen, te vervangen of te verbeteren. Dat maakt dat je eenvoudiger wijzigingen en integraties kunt doen, makkelijker kunt meebewegen met de markt en sneller kunt innoveren dan de concurrentie.
Je saleskanalen opschalen of afschalen, de software achter je productcatalogus vervangen of gebruik maken van nieuwe technologische innovaties: de komende jaren wil je snel kunnen anticiperen op veranderende (markt)condities. Een groot, traditioneel, stijf IT-landschap biedt dan geen snelheid en flexibiliteit. Een composable architectuur doet dat wel: het maakt het mogelijk een combinatie van best-of-breed componenten te selecteren. De shift naar een composable architectuur is een evolutie, geen revolutie. Het is echter wel een pad waar je nu al de eerste stappen op wilt zetten.